In the middle of nowhere, en zelfs nog een stukje daarvandaan, daar ligt Daktari Bush School & Wildlife Orphanage in Hoedspruit.
Ik had nog niet echt een voorstelling van Hoedspruit, maar het begon me te dagen dat ik echt naar de bush ging, toen mijn vliegtuigje op Hoedspruit Airport afstevende. Of liever, afstevende op zand, groen, en een tweetal gebouwtjes.
The middle of nowhere, ik weet nu waar dat ligt
Ik kon bij wijze van spreken zelf mijn tas uit het ruim vissen. Ik werd opgehaald door Ian, die samen met Michèle Daktari runt. Hij vertelde me dat we eerst van hot naar her gingen, omdat Daktari dusdanig afgelegen ligt, dat er maar één keer in de week boodschappen gedaan kan worden, en dat we daarna nog ongeveer een uur moesten rijden voor we ‘thuis’ waren. Toen ik vroeg hoe groot Hoedspruit was, gaf hij ter indicatie aan dat “the local prostitute is a virgin.” (Dit bleek helaas ook meteen het niveau van zijn humor, toch wat jammer…)
Dus nadat alle boodschappen waren gedaan, en iedereen die mee terug moest naar Daktari was opgehaald, reden we de ongeveer 70 km naar de bush. We stonden een tijdje in de ‘file’ door werkzaamheden, met de fikkende zon op ons busje, er waren wat hobbelige wegen, maar al met al ging het nog best snel. Ik was dan ook verbaasd dat er op een gegeven moment al een bordje ‘Daktari Bush School & Wilfdlife Orphanage’ verscheen. “We zijn er dus bijna, hoera!”, dacht ik.
Nou nee, toen begon het pas. We waren niet bij Daktari, maar stonden aan de buitenste poort van het terrein waar Daktari deel van uitmaakt. Daktari lag nog 10 km dirt road verderop. En voornoemde dirt road was nog niet helemaal hersteld na de overstromingen van januari. Ik begon te begrijpen waar 4wd’s goed voor zijn, en vroeg me af of we van de aarde af zouden vallen.
Dat gebeurde niet. Bij aankomst laadden we alle mensen, tassen en boodschappen uit, en spoelde ik mijn rugzak af (hij had tegen het vlees aan gelegen, bahbah). En toen dat eenmaal achter de rug was, keek ik eens om me heen, zag dat mijn telefoon nul komma nul bereik had, en constateerde, ja, ik was echt in het midden van nergens beland.
Zoneder stroom, maar met sterrenhemel
We hadden geen stroom, maar in ruil daarvoor wel een prachtige sterrenhemel – en hoewel ik stroom sinds Daktari absoluut meer ben gaan waarderen, blijft die sterrenhemel onovertroffen schitterend.
Hier hoefden we niet bang te zijn voor snoodaards die het op onze spullen of onszelf gemunt zouden kunnen hebben, maar moesten we weer op heel andere dingen letten. De buren bijvoorbeeld: hyena’s, luipaarden, slangen.
Ik heb geen slang gezien, wel een afvoerpijpje aangezien voor een slang (hiervoor vroeg ik vakkundige assistentie van een collega, die niet meer bij kwam van het lachen).
Luipaarden en hyena’s hebben we eveneens niet gezien, maar wel gehoord. Andere luipaarden in de buurt vielen regelmatig ’s nachts de omheining van ons Daktari-luipaard aan. Ons luipaard was namelijk wel in de stemming voor een stevig robbertje bridge, zullen we maar zeggen.
Voor het geval je het je afvraagt: een hitsige luipaard klinkt als de motor van een tractor. Die de hele avond whisky gelurkt heeft en daarbij sigaren rookte. Zoiets.
The dog walk
De honden uitlaten deden we dus ’s met z’n allen. Als je die dag in charge was van de dog walk, was je voortdurend aan het tellen: drie honden, twaalf kinderen, vier á vijf vrijwilligers. Zijn we er allemaal nog? Ik had de indruk dat Michelle het vooral belangrijk vond dat er drie honden terugkwamen.
Regelmatig probeerde ik de jakhals te spotten die al minutenlang een alarmroep liet horen. (Ik was overigens de enige die dat alarmerend vond.)
Soms troffen we kudupoep of giraffenvoetstappen aan, maar nooit een kudu of een giraffe. Wel vlogen er spectaculaire vogels over. De uitzichten waren ook zeker spectaculair schön.
Lesgeven bij Daktari
Maar, Fem, wat deed je daar in vredesnaam in die negorij? Nou, ik kon natuurlijk niet naar Zuid-Afrika zonder ook een tijdje in de bush te zitten. Ik ging op zoek naar een interessant vrijwilligersproject, en kwam zodoende uit bij Daktari Bush School & Wildlife Orphanage.
Iedere week komen er zes tot tien nieuwe kinderen van heinde en verre naar Daktari, waar vrijwilligers ze een week lang van alles leren over natuurbehoud en omgang met dieren en met elkaar.
Daktari hoopt zo bij te dragen aan een betere toekomst voor de kinderen uit de (wijde) omgeving. Er is een lesprogramma ontwikkeld met een speciale nadruk op wildlife en natuurbehoud. Daarnaast leren de kinderen ook gewoon Engels, wiskunde, biologie, aardrijkskunde en over sociale onderwerpen (hygiëne, omgangsvormen, safe sex).
Ik moet zeggen dat ik achteraf bepaalde ideeën wat merkwaardig vind, maar goed, 2012 was ook echt nog een andere tijd, en ik was ook flink jonger dan ik nu ben.
Ik heb o.a. de lessen ‘Health & First Aid’, ‘Politeness Math’ (ook voor mij uitermate leerzaam), ‘Safe Sex’ (allemaal oefenen met condoom op houten stokpenis, tot hilariteit van iedereen) en ‘Animal Knowledge’ gegeven.
Elke morgen zorgde ik samen met de kinderen voor de dieren: schoonmaken, voeren, borstelen, en niet te vergeten: enrichment. Omdat de dieren in het wild voortdurend bezig zijn met voedsel zoeken, verzinnen vrijwilligers bij Daktari voor elk dier regelmatig een ‘activiteit’ om te voorkomen dat de dieren zich gaan vervelen en agressief worden. Hoogtepunt was de enrichment van de meerkats, die overal enthousiast van worden. Het moeilijkst waren de struisvogels, die helemaal niets leuk vinden…
Eeyore
In het kader van de sponsoractie voor mijn projecten zamelde ik geld in om het blinde ezeltje Eeyore te adopteren. Eeyore werd inmiddels bijna 10 jaar geleden door SPCA (dierenpolitie) op straat gevonden. SPCA zag dat hij blind was en zichzelf niet kon redden op straat, maar kon hem niet houden. Zo is hij bij Daktari gekomen, en banjert hij sindsdien in het camp van Daktari rond. Soms loopt hij ergens tegenaan, maar over het algemeen is zijn inner map van het camp heel compleet.
Ik haalde zoveel geld op met mijn sponsoractie dat ik ruim een jaar lang maandelijks een bedrag naar Eeyore kon sturen. In ruil daarvoor hield Daktari mij regelmatig op de hoogte van de belevenissen van Eeyore.
Eeyore bleek een beetje last van stemmingswisselingen te hebben toen ik er was en liet niemand in de buurt om zijn hoeven schoon te maken en te lakken. Je maakte hem echter heel blij met…karton. Kennelijk is dat voor ezels een delicatesse. Het karton om het cement van de kantooraanbouw was dan ook in één avond heel vakkundig door Eeyore opgesnoept.
Een van zijn favoriete hangouts was overigens bij het badkamerraam van de rondaval waarin ik sliep. Het heeft iets vrij bizars om te douchen terwijl er een ezel direct naast je raam staat te grazen… 🙂
Goede voorbereiding is het halve werk bij leven zonder stroom
Electriciteit hadden we niet, alleen een paar uur per dag een generator en zonne-energie. In mijn rondaval waren dus geen lampen.
De sterrenhemel was echter prachtig prachtig – zo helder zien wij de sterren in Nederland nooit. Maar verder was het vooral Donker ’s avonds. En ik had een opwindzaklampje meegenomen. Gewoon, omdat ik dacht dat dat handig zou zijn. Geen batterijen enzo. Ik dacht ook dat ik het ding toch niet nodig zou hebben. Had er niet bij stilgestaan dat we in the middle of nowhere geen stroom zouden hebben.
Nu, ik kan je zeggen, zo’n opwindlampje is enig, maar het geeft voor geen meter licht, en je moet het voortdurend maar dan ook echt voortdurend opwinden wil je er uberhaupt licht uit krijgen. En terwijl je dat doet, maakt het dingetje een waanzinnige klereherrie die enorm op de zenuwen van de medemens werkt.
Alle anderen bij Daktari hadden een praktische hoofdlamp. Zij hadden dus 1. hun handen vrij (terwijl ik mijn lamp in mijn mond moest stoppen toen mijn klamboe naar beneden mieterde), en 2. een zoeklicht waarmee doorgaans vermisten op het IJsselmeer worden opgespoord.
Wijze les dus: ga je naar de bush, neem dan een hoofdzaklamp mee. Tweemaal heb ik bij gebrek aan verlichting een afvoerpijpje aangezien voor enge slang.
Nog een keer?
Zonder stroom, maar onder een prachtige sterrenhemel, zonder telefoon en grotendeels zonder internet, maar met een bonte verzameling kinderen, dieren en vrijwilligers bracht ik twee weken bij Daktari Bush School & Wildlife Orphanage door.
Toen ik aankwam zei Ian: “Ik denk dat je twee weken net te kort zult vinden.”
Dat bleek niet waar te zijn. Ik wist al na een paar dagen dat één week me ook méér dan voldoende was geweest. Dat had er voornamelijk mee te maken dat ik niet zo in de groep paste en het helemaal niet kon vinden met mijn stervensirritante Australische kamergenote Keet, maar toch.
Maar hoewel het niet zo mijn ding was, heb ik naast mijn adoptie-ezel Eeyore, ook kennis gemaakt met meer ezels, geiten, mongooses, meerkats, een genet, twee babykrokodillen, caracals, een leguaan, stekelvarkens, bushbucks, eekhoorntjes, fazantganzen (zo heten ze niet, maar zo noem ik ze, vogelkenner die ik ben), hornbills, bushbabies, dyka’s, honden, en ook een luipaard. Dat was heel bijzonder. Maar die paar weken was écht meer dan genoeg…
Hoedspruit, Juni 2012