Kijk, ik zal de eerste zijn die toegeeft dat ze niet per se bekend staat om haar stalen zenuwen. Maar op het moment dat de gids “oh shit” begint te roepen, neig ik enigszins tot panikeren.
En dat deed hij, toen we door Hluhluwe-Imfolozipark reden, recht op een kudde olifanten af.
Er was ons al verteld dat er een kudde olifanten, met baby’s, op de weg liep. Dit bericht kwam van iemand die omgekeerd was, hoewel het een eenrichtingsweg was. Dit had een teken kunnen zijn, maar wij waren te blij dat er olifanten in de buurt waren.
En omdat ze in de buurt waren, vertelde onze gids vast wat meer over olifanten. Over hoe zwaar ze zijn, en hoe dat zich verhield met onze 4wd. Over hoe ze hun jongen beschermen, en wat er met onze 4wd zou gebeuren als een olifant zou besluiten ermee te gaan voetballen. Van die dingen.
Dat was ook het moment dat de olifanten concludeerden dat onze auto zich te veel in hun personal space bevond. De hele kudde zette zich in beweging, de leider van de groep begon met wapperende oren op ons af te rennen, en slaagde erin onze twee auto’s en de auto voor ons klem te zetten tussen hemzelf en de rest van de kudde.
Een van de kinderen bij Palm Tree roept te pas en vooral te onpas “No panic”. Dat klonk op dit moment als sound advice, maar niet heel eenvoudig uit te voeren. No panic, no panic. Er komen olifanten op ons af, en ze wekken niet de indruk dat ze samen willen knikkeren!
Ik zat, in de voorste auto, niet heel relaxed meer. Onze gids, heette hij John, ik kan het me for the life of me niet meer herinneren, was kalm, maar wel van mening dat we daar zo snel mogelijk weg moesten. Mijn reisgenoten waren net zo a-relaxed als ik.
Behalve Albertine.
Zij hing met foto- en videocamera uit het raam. De avond ervoor was ze nog doodsbang geweest voor de hyena’s in onze tuin.
Uiteindelijk vond de olifantenbaas het welletjes. Drie meter van onze auto draaide hij om (zie foto). Hij liep wel eerst nog even tussen onze twee 4wd’s door om duidelijk te maken dat we niet welkom waren. Inmiddels waren we omgedraaid, dus ik zat nu in de achterste auto. Ik kan je zeggen dat het ook niet erg aangenaam is om een boze menerenolifant op een auto te zien af lopen waarin mensen zitten die je kent.
Toen hij het echt beu was, liep hij het bos in. De kudde volgde hem. We hebben nog even gewacht tot ook het laatste kalf, dat achteropgeraakt was, bij was, opdat hij niet van de familie gescheiden zou raken en wanhopig om z’n moeder zou gaan roepen – wat onvermijdelijk ook tot de terugkeer van Pa Olifant zou hebben geleid. Afijn, vervolgens konden we de weg weer op.
De film uit onze auto is erg mooi geworden, met aangrijpende voice over:
“Daar komtie hoor, daar komtie!!”
-“Albertine, doe het raam dicht”
– “Albertine, kom naar binnen”
– “Albertine, doe wat ze zegt”
– “Tinus!”
Topfilm.
Hlhluwe-Imfolozi Park, Zuid-Afrika, februari 2012